Voertuigen op naam van uw bedrijf? Let op bij overtredingen!

20/02/2023

Als werkgever heeft u mogelijk een aantal voertuigen ingeschreven op naam van uw onderneming. Die voertuigen worden regelmatig door uw personeelsleden gebruikt. Ook al zit u niet zelf achter het stuur, toch kan u voor een onaangename verrassing komen te staan wanneer er een verkeersovertreding wordt begaan.

Laten we als voorbeeld een bedrijf nemen dat actief is in het bezorgen van pakjes. Als goede werkgever hebt u ongetwijfeld in het arbeidscontract van uw bezorgers een clausule opgenomen dat bepaalt dat zij zelf de boete moeten betalen als ze een overtreding begaan (zoals door het rood rijden, te snel rijden…).

Dat is uiteraard een goede reflex, maar het is helaas niet voldoende om u volledig te vrijwaren.

Zoals u weet worden inbreuken vastgesteld door de politie: via een flitspaal voor snelheidsovertredingen of door een agent voor andere overtredingen (door het rood rijden, een stopbord negeren…). Wanneer het voertuig doorrijdt nadat de overtreding plaatsvond (wat vaak het geval is), kan de politie meestal enkel de nummerplaat noteren. Ze weten dus niet wie er precies achter het stuur zat en dus de overtreding beging.

Pech voor u: de nummerplaat is ingeschreven op naam van uw onderneming.

De politie zal dus met u contact opnemen om te vragen wie de bestuurder was op het ogenblik van de feiten. Daartoe zal u van hen een vraag om inlichtingen krijgen per brief.

Opgelet: u heeft slechts 15 dagen om te antwoorden op die brief en de gevraagde informatie te verstrekken.

Misschien komt u in de verleiding om daar niet op te antwoorden, zodat uw werknemer niet in een lastig parket komt, en hoopt u dat het daarbij blijft. Maar besef dat dat geen goed idee is: u zal meer dan waarschijnlijk vervolgd worden door de politierechtbank op basis van artikels 29ter en 67ter van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

De straffen die kunnen worden opgelegd zijn niet mals: een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden en/of een geldboete van 200 EUR tot 4 000 EUR. De boetes moeten bovendien worden vermenigvuldigd met 8 (opdeciemen), wat de mogelijke boete brengt op 1 600 EUR tot 32 000 EUR! Die straffen worden ook nog eens verdubbeld in geval van recidief binnen de drie jaar.

Hoewel de gevangenisstraffen voor dergelijke overtredingen meestal theoretisch zijn, is dat niet het geval voor de geldboetes. De rechtbank spreekt regelmatig erg pittige vonnissen uit in deze gevallen. Het zou jammer zijn zulke grote bedragen in rook te zien opgaan...

Bovendien is het goed te weten dat het Openbaar Ministerie soms besluit de eigenaar van het kenteken te bestraffen, zelfs als de boete in verband met de oorspronkelijke overtreding (snelheidsovertreding...) is betaald!

Het niet meedelen van de identiteit van de bestuurder is immers een afzonderlijk strafbaar feit. Het openbaar ministerie kan van oordeel zijn dat het noodzakelijk is om de bestuurder aan te geven, zodat de recidivist kan geïdentificeerd worden.

Er zijn manieren om dit te betwisten: het feit dat de eerste boete werd betaald, het feit dat een kostelijk betalingsverzoek werd verstuurd zonder herinnering vooraf, enz. Maar als uw argumenten het parket niet overtuigen, zullen ze u vervolgen voor de politierechter.

Ga hier dus niet te licht over! De rechtsbijstand verzekeraar DAS komt erg vaak tussen in dit soort geschillen. Het is uiteraard eenvoudiger om dit soort geschil te vermijden.

bron: https://www.das.be/nl/blog/article/197